Jan Kruysen (1874-1938)
Jan Kruysen, geboren in Liempde, verhuisde naar Boxtel waar hij de beginselen van de schilderkunst leerde. Maar hij was vooral autodidact. Na Tilburg en Woensel (Eindhoven), waar hij vooral als portretschilder werkzaam was, woonde hij van 1915-1920 in Heeze, met zijn talentvolle kinderen Antoon en Maria. Jan Kruysen was de eerste schilder uit de regio die zich in het schildersdorp Heeze vestigde. Hij was een flamboyante figuur, een opvallende verschijning met breedgerande hoed en cape.
Talloze boerderijen heeft hij er geschilderd, o.a. op de Rul, waar ze woonden. Aanvankelijk schilderde hij in bruine tinten, in navolging van de schilders van de Haagse School die op het platte land de nostalgie van het eenvoudige boerenleven wilden vastleggen. Via een impressionistische schildertoets ontwikkelde hij zich in expressionistische richting. Mogelijk zag hij in Heeze het kleurrijke werk van Piet van Wijngaerdt, die vanaf 1914 regelmatig in Heeze schilderde.
Na Heeze vertrok hij voor enkele jaren naar Duitsland en Silezië, waar hij ongetwijfeld het werk van de Duits Expressionisten heeft gezien. Na zijn terugkeer in 1924 vestigde hij zich in Oirschot. Kruysen dateerde zijn werken zelden. Ook gaf hij zijn werken zelden titels mee. Daarom is niet altijd te zeggen of hij zijn boerderijen en landschappen in Heeze of Oirschot en omgeving heeft gemaakt. Net als kunstenaar Jan Toorop schilderde hij op latere leeftijd veel religieuze onderwerpen, daarmee uiting gevend aan zijn katholieke geloofsbeleving. Vermaard zijn de kruiswegstaties van Jan Kruysen.
Jan Kruysen was niet alleen de leermeester van zijn kinderen Antoon en Maria, maar ook van een aantal schilders uit de regio, o.a. Peter van den Braken, Martin Roestenburg en Peer van den Molengraft. Hij leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de schilderkunst in de regio.